Bodemonderzoek Vooronderzoek NVN-5725

Terug naar overzicht

Hieronder treft informatie aan m.b.t. bodem opgesteld door ons bureau en/of derden.
(Gebruik van deze informatie is geheel voor eigen risico, er kunnen op generlei wijze rechten of claims aan ontleend worden).
Bodemonderzoek Vooronderzoek NVN-5725

Het historisch bodemonderzoek vormt de basis voor het onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem. Activiteiten die vroeger op de betreffende locatie hebben plaatsgevonden vormen een goede indicatie welke bodemkwaliteit er in situ aangetroffen kan worden. De NVN 5725 beschrijft de wijze waarop het vooronderzoek (historisch onderzoek) uitgevoerd moet worden.

Op grond van het historische vooronderzoek kan de strategie voor het vervolg onderzoek bepaald worden. Welke locaties zijn verdacht en welke niet. Voor een vooronderzoek wordt gebruik gemaakt van de dossiers die bij de overheid aanwezig zijn betreffende het perceel waar de bodemkwaliteit van onderzocht moet worden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de gemeentelijke en provinciale archieven, luchtfoto’s en kaartmateriaal. Voor het vooronderzoek naar de bodemkwaliteit wordt ondermeer gebruik gemaakt van diverse archieven bijvoorbeeld.

1. Dossiers bij de regionale milieudienst, gemeente of provincie. Onderzocht wordt of er op het perceel hinderwetvergunningen cq. milieuvergunning zijn verleend.

2. Dossier bij de provincie en/of waterschappen over milieuvergunningen en of slootdempingen. Zij er dempingen of verhardingen gerealiseerd etc.

3. Historische luchtfoto’s en andere informatie die beschikbaar is bij regionale overheden, waterschappen en streekarchieven.

4. Archieven van Bouw- en Woningtoezicht.

5. Archieven inzake ondergrondse opslagtanks.

6. Gegevens c.q. informatie van eigenaars of voormalige eigenaars en/of omwonenden.

7. Eigen waarnemingen in het veld.

Op basis van de informatie die uit deze gegevens verkregen wordt kan een analyse van de risico’s en een plan van aanpak voor het verkennend bodemonderzoek wordt gemaakt. Het is niet ongebruikelijk om dit plan vooraf ter goedkeuring voor te leggen bij het bevoegd gezag, zulks om stagnaties in de voortgang van een project te voorkomen. Op deze wijze kunnen interpretatieverschillen qua onderzoeksmethodiek met het bevoegd gezag worden voorkomen en het onderzoeksplan afgestemd worden. Van belang kan ook zijn om bijvoorbeeld de oude waterlopen in beeld te hebben om bijvoorbeeld een analyse te kunnen maken van het verloop van verontreinigingen.

Als uit het vooronderzoek blijkt dat er geen reden is om verontreinigingen in de bodem van de betreffende locatie is te verwachten is er sprake van een onverdachte locatie. De locatie wordt als verdacht aangemerkt als uit het vooronderzoek blijkt dat in de bodem verontreinigingen verwacht kunnen worden. Bijvoorbeeld ten gevolge van activiteiten die in het verleden hebben plaatsgevonden. Bijvoorbeeld de op- en of overslag van bodembedreigende vloeistoffen zoals olie, meststoffen, oplosmiddelen of bestrijdingsmiddelen. Of bijvoorbeeld als er sprake is van gedempte watergangen of verdachte dempingen.

Een vervolg op het historisch bodemonderzoek ook wel vooronderzoek genoemd is het verkennend bodemonderzoek volgens de Nederlandse Norm: NEN-5740.

© Ing.bureau AV-Consulting BV door Ad Vreeswijk