Vleesindustrie

C.10 Geur:

1. Inleiding
2. Wet en regelgeving
3. Mogelijke maatregelen


1. Inleiding

IMT


In deze factsheet wordt ingegaan op het milieuaspect geur, zoals dit voorkomt
bij
verschillende bedrijfsprocessen. Geur komt in de Integrale Milieutaakstelling
voor de
vleesindustrie (IMT) aan de orde bij het thema Verstoring.Voor de tot de bedrijfstak
vleesindustrie behorende inrichtingen is in de IMT geformuleerd: ‘Het treffen
van
eventuele maatregelen conform NeR.’

2. Wet en regelgeving

Nederlandse Emissie Richtlijnen Lucht ( NeR )


Landelijk zijn sinds mei 1992 de Nederlandse Emissie Richtlijnen Lucht (NeR)
[15] van
kracht. In de NeR is ook geur opgenomen. Het doel van de NeR is enerzijds de
Lucht (NeR) harmonisatie van de landelijke regelgeving en anderzijds het terugdringen
van de
industriële luchtverontreiniging. Het bevoegd gezag hanteert deze richtlijnen
als richtsnoer
bij het overleg met aanvragers van een vergunning over eventueel te treffen
emissiebeperkende voorzieningen.

Geurbeleid en ‘bijzondere regeling’

Bij de aanpak van de geurhinderproblematiek wordt onderscheid gemaakt in de
volgende categorieën bedrijven:

1 ondernemingen of bedrijven in een homogene bedrijfstak met vergelijkbare geuremissies;

2 ondernemingen of bedrijven waarvan de geuremissiekarakteristieken binnen de
bedrijfstak sterk verschillend zijn;

3 zeer grote, complexe en unieke bedrijven en /of industriecomplexen.
Voor diverse bedrijfstakken, die vallen onder categorie 1, zijn ‘Bijzondere
Regelingen’
opgesteld.

In deze ‘Bijzondere Regelingen’ is, op basis van overleg tussen de
overheid
en bedrijfsleven op brancheniveau, aangegeven welk effect kan worden bewerkstelligd
met voor de branche specifieke maatregelen. De aangegeven maatregelen zullen
in de
meeste gevallen leiden tot een acceptabel hinderniveau. Geuronderzoek voor deze
categorie van ondernemingen is doorgaans onnodig.
De vleesindustrie valt in categorie 1, en wordt dus beschouwd als een homogene
bedrijfstak.

In de vleesindustrie is een bedrijfstakonderzoek uitgevoerd naar de bestrijding
van geuroverlast. Op basis van dit onderzoek zijn standaardmaatregelen vastgesteld,
alsmede de situaties waarin deze dienen te worden toegepast. De standaardmaatregelen
zijn opgenomen in de ‘Bijzondere Regeling voor de vleesindustrie’ in
de NeR [63]. In de
NeR is voor de bedrijfstypen slachterijen, vetsmelterijen en de vleesproductenbedrijven
de methode voor berekening opgenomen van de geuremissie en de geurconcentratieniveaus
waarbij hinder optreedt. Voor het in de praktijk toepassen van de Bijzonder regeling
kan een door PVE ter beschikking gestelde handleiding gebruikt worden [64].

Voor uitvoering van de berekeningen is een spreadsheet verkrijgbaar [65]. De
bijzondere
regeling van de NeR is een handzaam model om geurhinder in de omgeving enigermate
te voorspellen. De werkelijk geurverspreiding is van veel meer factoren afhankelijk
dan in het model worden ingevoerd. Ondanks de beperkingen van de regeling geldt
zij wel als toetsingskader voor de geurhinder. In de regeling zijn de grenswaarden
en de
streefwaarden voor de geurbelasting van de gevoelige objecten opgenomen. Overschrijding
van de grenswaarde betekent ernstige hinder en moet in bestaande gevallen zo
snel
mogelijk worden opgelost met de hoogste prioriteit.

Tussen de grenswaarde en de streefwaarde wordt de werkelijk ondervonden hinder
bepalend voor de mate waarin maatregelen moeten worden getroffen. Lager dan de
streefwaarde worden geen voorzieningen meer verlangd. Berekende afstanden leveren
geen messcherpe contouren, maar moeten meer indicatief worden beschouwd.

3. Mogelijke maatregelen

De maatregelen zijn onder te verdelen naar aard, namelijk: good housekeeping
en
organisatorische maatregelen, procesgeïntegreerde maatregelen en nageschakelde
technieken.

In de Bedrijfstakstudie Geur Vleesindustrie [64] zijn voor slachterijen, vetsmelterijen
en
vleesproductenbedrijven de mogelijke maatregelen per subsector opgesomd. De daar
genoemde maatregelen worden in het onderstaande, naar aard gerangschikt en benoemd.
Vervolgens is aangegeven voor welke subsectoren de maatregel relevant is.
Tabel 1 geeft een overzicht van de maatregelen op het gebied van good housekeeping
en
organisatie.

Tabel 1 Good housekeeping en organisatorische maatregelen

Geurbron Maatregel Subsector
Aanvoer/lossen GEU01 Afstemming aanvoer op stalcapaciteit B1, B2, B3
Schoonmaken veewagens GEU02 Overdekken wasplaats

GEU03 Schoonhouden wasplaats
GEU04 Droog verwijderen mest uit veewagens
GEU05 Wegwerken voegen, doorstromen putten
B1, B2

B1, B2
B1, B2
B1, B2
Hoogrisicoma teriaal