Hieronder informatie omtrent een uitgevoerd geluidsonderzoek. Wilt u meer informatie of wilt u een vrijblijvende offerte voor een geluidsonderzoek neem dan contact met ons op Bel.: 0182-352311.
Geluidsonderzoek : Geluid ten gevolge van een luchtbehandelingsunit op het dak van een kantoorgebouw; omschrijving geluiddempers
Door adviesbureau AV-Consulting is een geluidsonderzoek (akoestisch onderzoek) ingesteld naar het installatiegeluid via de ventilatie-openingen van een geprojecteerde luchtbehandelingsunit op een kantoorpand in een relatief rustige omgeving. Bij overschrijding van de geluidnorm wordt benodigde invoegingsdemping van de geluiddempers ten behoeve van de unit omschreven.
In figuur 1 is een situatieschets van de inrichting weergegeven alsmede de locatie van de geprojecteerde ventilatie-openingen van de luchtbehandelingsunit.
De rapportage is opgesteld in het kader van de Wet milieubeheer / Activiteitenbesluit
Fig. 1
2. GELUIDNORMSTELLING
Wettelijke normwaarden
Voor het kantoorpand dient te worden uitgegaan van een normstelling van 45 dB(A) etmaalwaarde voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau ter plaatse van de gevel van woningen of andere geluidgevoelige ruimten. Dit is 45 dB(A) tussen 07.00 en 19.00 uur, 40 dB(A) tussen 19.00 en 23.00 uur en 35 dB(A) tussen 23.00 en 07.00 uur. Indien er bijvoorbeeld een tonale factor in het geluid zit dient 5 dB(A) bij het gemeten niveau te worden opgeteld. Dit naar aanleiding van het volgende.
In het kader van de geluidvoorschriften voor vergunningplichtige inrichtingen conform de Wet milieubeheer gelden de richt- en grenswaarden conform hoofdstuk 4 uit de Handreiking Industrielawaai en Vergunningverlening van oktober 1998. Indien nog geen nota Industrielawaai door het bevoegd gezag is opgesteld is genoemd hoofdstuk onverminderd van kracht. Voor dergelijke inrichtingen geldt dat in overleg met de vergunningverlener op basis van milieuhygiënische en technisch/financiële argumenten tot een normstelling gekomen kan worden binnen de richtlijnen uit deze Handreiking. De Handreiking hanteert in dit kader richt- en grenswaarden. De streefwaarden zijn gerelateerd aan de omgeving waarin de inrichting is gesitueerd. Deze streefwaarden zijn gegeven in tabel 1 en dienen bij iedere nieuwe vergunningaanvraag steeds opnieuw getoetst te worden.
Omgeving |
Dag |
Avond |
Nacht |
||
1. Landelijke omgeving (stiltegebied) |
40 |
35 |
30 |
||
2. Rustige woonwijk, weinig verkeer |
45 |
40 |
35 |
||
3. Woonwijk in stad |
50 |
45 |
40 |
Tabel 1: Streefwaarden in dB(A) op grond van de Circulaire Industrielawaai.
Een en ander dient bij iedere nieuwe vergunningaanvraag steeds opnieuw getoetst te worden. In de onderhavige situatie kan de 45 dB(A) etmaalwaarde als streefwaarde gehanteerd worden daar het kantoor met de geprojecteerde luchtbehandelingsunit is gelegen in een rustige woonwijk.
3. SITUATIE
3.1. Algemeen
Doel van de onderhavige rapportage is te bezien of additionele maatregelen getroffen dienen te worden aan de geprojecteerde ventilatie-openingen van de luchtbehandelingsunit op het kantoorpand om te voldoen aan de geluidnormstelling ter hoogte van de gevel van de dichtstbijzijnde appartementen volgens figuur 1.
De inrichting is met betrekking tot woningen van derden geheel vrijstaand. Appartementen van derden bevinden zich op korte afstand van de inrichting.
De unit kan 24 uur in bedrijf zijn.
Middels de leveranciersgegevens is het bronvermogen bepaald en bedraagt Lwr = 83 dB(A). In de worst case situatie is er van uitgegaan dat dit geluidvermogen toe te kennen is aan de ventilatie-openingen. Dit vermogen lijkt verder enigszins een tonaal karakter te hebben in de 1 kiloHertz oktaafband. Zie het spectrum hieronder.
WHR 9400 | |||||||||||||
Geluidvermogen | |||||||||||||
Frekwentie | : | 63 | 125 | 250 | 500 | 1k | 2k | 4k | 8k | dB(A) | |||
hoog | Geluidvermogen | : | 68,0 | 73,1 | 75,6 | 74,0 | 79,2 | 73,4 | 68,2 | 61,1 | 83,0 |
De installatie betreft een WHR B 9400 van Stork Air te Zwolle. Uitgegaan is van de maximale capaciteit van de installatie.
Van de geprojecteerde situatie is een akoestisch rekenmodel volgens methode II.8 uit de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai opgesteld middels de software Geonoise 5.24.
3.2. Immissieposities
De geluidimmissieniveaus zijn bepaald in immissiepositie 1 t/m 3 volgens figuur 1 ter hoogte van de gevel van de dichtstbijzijnde appartementen.
Ter hoogte van de appartementen wordt getoetst op 13,5 meter hoogte, exclusief gevelreflectie.
4. REKENRESULTATEN EN TOETSING INSTALLATIEGELUID
Een overzicht van de berekende langtijdgemiddelde geluidniveaus (LAr,LT in dB(A)) ten gevolge van de luchtbehandelingsunit op immissiepositie 1 t/m 3 ter hoogte van de gevel van de dichtstbijzijnde woningen is gegeven in tabel 2 als etmaalwaarde. Tevens is de etmaalwaarde geluidnorm gegeven.
Positie |
LAr,LT in dB(A) |
Norm |
||
1 |
51 (+5) |
45 |
||
2 |
54 (+5) |
45 |
||
3 |
53 (+5) |
45 |
Tabel 2: Berekende etmaalwaarde geluidbelasting ten gevolge van de luchtbehandelingsunit op immissieposities.
Uit tabel 2 blijkt dat een overschrijding van de geluidnorm van maximaal 9 (+5) dB(A) optreedt mede vanwege het tonale karakter.
De benodigde ventilatieopeningen van de luchtbehandelingsunit dienen te worden voorzien van geluiddempers. De geluiddempers dienen te worden geplaatst tussen de luchtbehandelingsunit en de buitenlucht. De dempers dienen verder een minimale invoegingsdemping te bezitten als hieronder beschreven:
Frequentie |
63 Hz |
125 Hz |
250 Hz |
500 Hz |
1 kHz |
2 kHz |
4 Khz |
8 Khz |
||
Invoegingsdemping |
3 dB |
4 dB |
8 dB |
15 dB |
14 dB |
9 dB |
8 dB |
6 dB |
Een overzicht van de berekende langtijdgemiddelde geluidniveaus (LAr,LT in dB(A)) ten gevolge van de luchtbehandelingsunit met geluiddempers op immissiepositie 1 t/m 3 ter hoogte van de gevel van de dichtstbijzijnde woningen is nu gegeven in tabel 3 als etmaalwaarde. Tevens is de etmaalwaarde geluidnorm gegeven.
Positie | LAr,LT in dB(A) | Norm | ||
1 | 42 | 45 | ||
2 | 45 | 45 | ||
3 | 44 | 45 |
Tabel 3: Berekende etmaalwaarde geluidbelasting ten gevolge van de luchtbehandelingsunit met geluiddempers op immissieposities.
Uit tabel 3 blijkt dat geen overschrijding van de geluidnorm meer optreedt. Deze geluidniveaus hebben geen tonaal karakter meer volgens het resulterend spectrum. De straffactor is derhalve niet meer opportuun.
Uit het geluidsonderzoek blijkt dat middels de toepassing van genoemde dempers zijn de bewoners van de appartementen beschermd tegen mogelijke geluidhinder.