Doel- en vraagstelling van het onderzoek

Doel- en vraagstelling van het onderzoek

De doelstelling van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie aan de hand van bestaande
bronnen over bekende of verwachte archeologische waarden binnen het plangebied. Hieruit voortvloeiend wordt een specifieke archeologische verwachting opgesteld. Het doel van het inventariserend veldonderzoek, verkennende fase, is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde verwachting, die gebaseerd is op het bureauonderzoek.

Daarnaast wordt inzicht verkregen in de vormeenheden van het landschap in het
plangebied, voor zover deze vormeenheden van invloed kunnen zijn geweest op de bruikbaarheid van de
locatie door de mens in het verleden. Op basis van de resultaten van het onderzoek kunnen kansarme zones
van het plangebied worden uitgesloten en kansrijke zones worden geselecteerd voor vervolgonderzoek.en het
opsporen van eventueel aanwezige archeologische vindplaatsen.
Om deze doelstelling te kunnen realiseren,
wordt op de volgende vragen een antwoord gegeven (Huisman 2007):

  • Wat is de fysiek-landschappelijke ligging van de locatie?
  • Hoe is de bodemopbouw in het plangebied en in welke mate is deze nog als intact te   beschouwen?
  • Zijn er archeologische waarden aanwezig in het plangebied?
  • Wat is de diepteligging van eventueel aanwezige archeologische resten?
  • Wat is de specifieke archeologische verwachting van het plangebied en wordt deze bij het
    veldonderzoek bevestigd?
  • In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd door de voorgenomen
    graafwerkzaamheden?

    Een inventariserend veldonderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een verkennend booronderzoek. Bij het bureauonderzoek wordt voor het plangebied een specifieke archeologische verwachting opgesteld, die door middel van het veldonderzoek wordt gecontroleerd. Op basis van de resultaten van deze onderzoeken
    worden aanbevelingen gedaan over eventueel behoud of vervolgonderzoek. Het inventariserend veldonderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.1 (Centraal College van Deskundigen 2006). Voor gebruikte geologische en archeologische tijdsaanduidingen wordt verwezen naar de hieronder genoemde tijdsaanduiding en afkortingen en enkele vaktermen (zie lijst van afkortingen en begrippen).


Klik hier voor een overzicht